Het Geheime boek der Grootmeesters, samen met Het Heilige Bloed en de Heilige graal van Michael Baigent, Richard Leigh en Henry Lincoln, zijn de belangrijkste inspiratiebronnen voor Dan Brown geweest wanneer hij de Da Vinci Code schreef.
Da Vinci werd door de christen gezien als een heterodoxe christen, maar zijn fresco’s hebben een aantal opmerkelijke ‘onorthodoxe’ kenmerken. Zo is bij het laatste avondmaal van Leonardo een vrouw geschilderd, die de dezelfde kleding als Jezus draagt, met het enige verschil dat deze vrouw haar kledij in de tegenovergestelde kleuren draagt. Deze vrouw die volgens Picknett en Prince Maria de Magdalena is vormt samen met Jezus een perfecte geometrische ‘M’. Dit is voor Picknett en Prince een tweede aanwijzing voor het feit dat Maria de Magdalena volgens Leonardo da Vinci de vrouw van Jezus zou zijn geweest. Picknett en Prince gaan verder in hun betoog en wijzen op meer verborgen symboliek. Een van de personen, die erg veel op Da Vinci lijkt, is met zijn gezicht afgewend van de Christus, dit duidt volgens de onderzoekers op de persoonlijke afkeur van Leonardo Da Vinci voor het in die tijd dominerende Christendom.
Voor de meeste materialisten en rationalisten is dit niet vreemd, voor hen was Da Vinci een atheïst, en een echte wetenschapper die geen tijd had voor bijgeloof of religie in welke vorm dan ook. Hij was in hun ogen dan de antihese van de occultist en mysticus. Picknett en Prince stellen dan ook de vraag, waarom Da Vinci zoveel symboliek in zijn schilderijen zette, als hij toch niet geloofde en ook geen tijd zou hebben gehad voor geloof. Het laatste avondmaal van Da Vinci is geschilderd zonder wijn, dit noemen Picknett en Prince hetzelfde als een koning schilderen zonder zijn kroon.
Leonardo da Vinci was omgeven door allerlei paradoxen, zou het dan misschien ook mogelijk zijn dat religieuze en filosofische gedachten dit misschien ook waren?
De these van Picknet en Prince is dat Da Vinci geen materialist/rationalist was en ook geen christen of atheïst, maar dat hij een occultist was. Occult betekend volgens Lynn Picknet en Clive Prince ‘verborgen’, een occultist is dan iemand die het verborgene openbaart. Florence stond in de tijd van Leonardo da Vinci, in een enorme bloei. Het was dan ook een toevluchtsoord voor veel occultisten en magiërs. De invloedrijke familie van de Medici stimuleerden onderzoek in allerlei occulte zaken. Da Vinci was betrokken bij dit onderzoek, welke wij nu overigens gewoon onderzoek zouden noemen. Dit soort wetenschappelijk onderzoek was toen nog verboden door de kerk, vandaar dat deze kennis verborgen was en dus bestempeld werd als occult. De magiër ging zelfs nog een stap verder dan de occultist, deze probeerde de natuurkrachten te ‘beheersen’. Frances Yates heeft zelfs geopperd dat Leonardo da Vinci zoveel kennis had omdat hij zoveel ideeën opdeed uit magie. Hij beheerste tenslotte veel natuurkundige wetten, hij ontwierp vliegmachines en kon het water op verschillende manieren manipuleren. Veel occultisten, alchemisten en magiërs namen het ‘hermetisme’ als basis van hun onderzoek. Hermetisme wordt wel eens gelijk gesteld aan het begrip ervaringsleer.In de tijd van Leonardo da Vinci (vroegrenaissance) was het nog niet veilig om openlijk voor je geloof uit te komen, tenminste als deze niet overeenkwam met het christendom. Door de verborgen symboliek van Da Vinci’s schilderwerken, werden Leonardo’s fresco’s (nog) niet blootgelegd als ‘ketters’.
Picknet en Prince gaan nog een stap verder en stellen dat het heel goed mogelijk zou zijn dat Leonardo da Vinci een grootmeester is geweest van de Priorij van Sion. Ze komen hier uiteraard met een aantal zaken die dit aannemelijk maken. Zij noemen nog een aantal personen die waarschijnlijk ook grootmeester zijn geweest van de Priorij, bijvoorbeeld de alchemisten Robert Fludd en Isaac Newton. Veel teksten van de Priorij, zo zeggen Picknet en Prince, moeten symbolisch en archetypisch opgevat worden.
Impliciet veronderstellen Picknet en Prince dat de drijfveer van Leonardo Da Vinci was dat hij als grootmeester van de Priorij van Sion, graag wetenschappelijke, maar ook religieuze kennis over wou brengen.